Vergroening

Papieren tijger – die hoognodig tanden moet krijgen – in de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in 2013. Het idee was om meer eisen te stellen aan de landbouwsubsidies die boeren ontvangen. Tot dan kregen de boeren al subsidie, enkel door zich aan de wet te houden (zie cross-compliance).

Tegenwoordig kunnen boeren een aanzienlijk deel van de subsidies alleen krijgen als ze extra maatregelen nemen die goed zijn voor natuur en milieu – bijvoorbeeld als ze bufferstroken, ruige stukken begroeiing, naast hun akkers aanleggen. Dat klinkt prachtig, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het verzet van de landbouwlobby was sterk en succesvol. De vergroeningsmaatregelen zijn zo afgezwakt en vaag geworden dat ze in de praktijk weinig uithalen. Om bij het voorbeeld van de bufferstroken te blijven: daar kan je allerlei economische gewassen op verbouwen. Op zich hoeft dat niet eens erg te zijn, maar je mag er nog pesticiden over uitspuiten ook.

In 2019 vindt een herziening plaats. De Groene fractie zet erop in om de vergroeningsmaatregelen aan te scherpen en uit te breiden. Subsidies voor landbouw kunnen een goed idee zijn, maar dan moet er wel echt wat tegenover staan. Zo kunnen boeren een enorme bijdrage voor natuur en milieu leveren, en worden ze daar ook eerlijk voor beloond.