Europees arrestatiebevel

Verregaand instrument voor misdaad- en terrorismebestrijding. Overhaast en ondoordacht ingevoerd na de aanslagen op de Twin Towers in september 2001 en derhalve omstreden.

Het Europees arrestatiebevel komt erop neer dat EU-landen verdachten aan elkaar uitleveren op basis van vertrouwen in elkaars rechtssysteem. Dus zonder dat een rechter toetst of het misdrijf waarvoor uitlevering wordt gevraagd in beide lidstaten strafbaar is, of het opsporingsonderzoek volgens de regels verlopen is en of de persoon in kwestie op een eerlijk proces kan rekenen. Men spreekt dan ook niet van ‘uitlevering’, maar van ‘overlevering’.

De rechten van burgers komen daardoor in de knel. De onderdanen die Nederland bijvoorbeeld overlevert aan Polen, kunnen daar jarenlang in voorarrest gehouden worden. Zo wordt het wantrouwen tussen de EU-landen gevoed. Het was logischer geweest als de EU-landen eerst minimumnormen voor het strafproces hadden vastgelegd. Dan had het vertrouwen in elkaars rechtssysteem kunnen groeien.

De afgelopen jaren is gewerkt aan het verbeteren van de rechten en aan het stellen van minimumnormen voor het strafproces zoals het recht op een advocaat, het recht op een tolk als je de taal van de rechtbank niet verstaat en het recht op rechtsbijstand, maar de normen zijn vrij minimaal. Bovendien ontbreken er nog normen voor bijvoorbeeld voorarrest. Nu weigeren Nederlandse en Duitse rechters mee te werken aan overleveringsverzoeken van de Hongaarse autoriteiten omdat de standaarden in Hongaarse gevangenissen laag zijn.